5 Mythen over herstel zwangerschap
Mythen zwangerschap. Daar ga ik het over hebben in dit blog. Vijf mythen over zwangerschap om precies te zijn.
Mythe # 1 – Postnatale incontinentie gaat vanzelf over
Een ergere mythe in het verlengde hiervan is trouwens: incontinentie is een deel van het moederschap.
Wist je dat veel vrouwen die last hebben van incontinentie geen nieuwe moeders zijn? Statistieken laten zien dat vrouwen die incontinent zijn na 6 maanden dat nog steeds zijn na 5 jaar. Dat is precies waarom dit zo’n gevaarlijke veronderstelling is.[1]
Je bekkenbodem bestaat uit spieren. Je hoeft dit dus niet te accepteren als ze niet goed functioneren. Immers, als je een kuitspier afscheurt, dan denk je ook niet: “Voortaan loop ik wel met krukken of op één been.” In dat geval ga je op zoek naar een oplossing en revalidatieplan.
Incontinentie is niet de prijs van het moederschap, maar eerder verwaarlozing of onwetendheid dat je er iets aan kunt doen.
Mijn advies: ga nu het (ongemakkelijke) gesprek aan met een professional om je te helpen in plaats van je hele leven doodsangst hebben als je een keer moet niezen.
Mythe #2 – Vrouwen die via een keizersnede bevallen, ervaren geen bekkenbodemdysfunctie na de bevalling.
Dit is niet correct en wordt weerlegd door meerdere studies.
Een studie uitgevoerd door Thakar et al. (2002) onderzocht bekkenbodemsymptomen bij vrouwen na een keizersnede en ontdekte dat een aanzienlijk percentage van hen urine-incontinentie en andere bekkenbodemstoornissen ervoer, vergelijkbaar met vrouwen die vaginaal waren bevallen. Deze bevindingen suggereren dat een keizersnede niet vrijwaart van bekkenbodemproblemen na de bevalling.[2]
Daarnaast toonde een onderzoek door Glazener et al. (2004) aan dat vrouwen die via een keizersnede bevallen een verhoogd risico lopen op het ontwikkelen van bekkenbodemdysfunctie op lange termijn, inclusief symptomen zoals urine-incontinentie en bekkenpijn.[3]
Bovendien benadrukt een studie door van Delft et al. (2016) dat de littekens gevormd door een keizersnede de bekkenbodemstructuur kunnen beïnvloeden en de kans op bekkenbodemdysfunctie kunnen vergroten.[4]
Deze studies weerleggen de bewering dat vrouwen die via een keizersnede bevallen geen bekkenbodemdysfunctie ervaren na de bevalling en benadrukken het belang van het onderkennen van deze problemen bij vrouwen die deze procedure hebben ondergaan.
Zo zijn er ook mythen over zwangerschap die te maken hebben met de buikspieren, de abdominale separatie.
Mythe #3 – Niet alle vrouwen zullen een abdominale separatie (diastasis recti) ervaren
Vroeger werd dit toegeschreven aan verschillende “bijzonderheden”, zoals bevallen van een tweeling, na het hebben van meerdere kinderen of iets dergelijks. Inmiddels weten we dat 100% van de vrouwen diastasis recti abdominis (DRA) zal ervaren. DRA is het dunner worden en rekken van het bindweefsel tussen je oppervlakkige buikspieren.
Besef daarbij ook dat er niets inherent niet per se iets mis is met abdominale separatie. Het is evenwel belangrijk dat we er rekening mee houden als onderdeel van het herstelplan. Het is een verstoring van de integriteit van je romp en kan leiden tot klachten.
Abdominale separatie, ook wel diastasis recti abdominis (DRA) genoemd, kan worden getest door een eenvoudige fysieke evaluatie uit te voeren. Hier zijn de stappen om abdominale separatie te testen:
- Lig plat op je rug met je knieën gebogen en je voeten plat op de grond.
- Plaats je vingers in het midden van je buik, net boven je navel, met je handpalm naar beneden gericht.
- Til je hoofd en schouders langzaam op van de grond, zoals bij het uitvoeren van een crunch, terwijl je je buikspieren aanspant.
- Voel met je vingers of er een kloof is tussen je buikspieren in het midden van je buik.
- Meet de breedte van de kloof (indien aanwezig) in vingersbreedtes.
Een normale breedte van de diastase is meestal minder dan twee vingersbreedtes. Als de kloof breder is dan twee vingersbreedtes, kan dit wijzen op een abdominale separatie.
Het is belangrijk om te onthouden dat deze test alleen een indicatie geeft van de aanwezigheid van DRA. Voor een nauwkeurige diagnose en behandeling is het raadzaam om een professionele zorgverlener te raadplegen.
Mythe #4 – Alle zwangere vrouwen zouden kegeloefeningen moeten doen
Wat de huidige wetenschap en klinische ervaring echter zegt, is dat vrouwen variërende mate van bekkenbodemtonus hebben en beide uiteinden van het spectrum kunnen worden verergerd tijdens de zwangerschap.
Bij onderzoek zullen sommige vrouwen zwakke bekkenbodems vertonen die baat zouden kunnen hebben bij bekkenbodemversterking, oftewel kegeloefeningen.
Daarentegen vertonen veel vrouwen juist een verhoogde tonus of gespannen bekkenbodems die hun eigen reeks problemen kunnen hebben, waaronder frequentie, lage rugpijn, pijnlijke menstruaties en dyspareunie.
In het geval van een gespannen bekkenbodem kan het gebruik van een oefening gericht op verdere aanspanning van de bekkenbodem de symptomen daadwerkelijk verergeren, waardoor het een ongepaste bewegingsvoorschrift wordt.
In beide gevallen is de enige ware manier om de tonus (strakheid of zwakte) van de bekkenbodem te bepalen via intern onderzoek door een gecertificeerde bekkenbodemtherapeut.
Kortom, de boodschap hier is om je prenatale core-oefenprogramma niet zelf te gaan doen. Zorg ervoor dat je professioneel wordt geëvalueerd door een specialist en begrijp volledig welke oefeningen het beste aan je behoeften voldoen.
De laatste van de vijf mythen over zwangerschap gaat werpt een blik op het blind staren op alleen kegeloefeningen.
Mythe #5 – Kegeloefeningen zijn de enige manier om je bekkenbodem te trainen.
Kegeloefeningen zijn een overkoepelende term voor een geïsoleerde contractie-en-ontspanning van de bekkenbodem. Klinkt nog wat vaag, of niet?
Net als elke andere spiergroep kun je de bekkenbodem trainen volgens je individuele doelen.
Wist je dat je bekkenbodem licht samentrekt vóór allerlei soorten bewegingen? Dit doet het als onderdeel van je kernstabilisatiesysteem, zodat je lichaam klaar is voor wat je ook gaat doen. Denk aan een bal vangen, een tas optillen van de grond en zelfs lachen.
Ook is je bekkenbodem één stuk van de grotere puzzel van je lichaam, dus algeheel je lichaam trainen kan efficiënter of zelfs een waardevolle aanvulling zijn. Probeer hierbij wel je vooruitgang bij te houden voor een objectief beeld van je progressie.
Wil je weten hoe verantwoord voor jou en je baby kunt afvallen na de zwangerschap, lees dan m’n blog hier.
Voetnoten
1. Thom, D. H., Rortveit, G., Prevalence and impact of urinary incontinence among women in the Norwegian EPINCONT study, Obstet Gynecol. 2010;116(3): 598-603. DOI: 10.1097/AOG.0b013e3181ec039d; Brown, S. J., Gartland, D., Donath, S., MacArthur, C., & Obstetrics, G., Persistence and resolution of urinary and faecal incontinence in women during the first 18 months after childbirth: findings from a longitudinal cohort study, BJOG: An International Journal of Obstetrics & Gynaecology. 2012;119(11): 1354-1362. DOI: 10.1111/j.1471-0528.2012.03443.x
2. Thakar, R., Sultan, A. H., & Studd, J. W. (2002). Postpartum urinary retention after “restrictive” epidural analgesia. Anesthesia & Analgesia, 95(1), 115-120.
3. Glazener, C., Elders, A., MacArthur, C., Lancashire, R., Herbison, P., Hagen, S., … & Wilson, D. (2004). Childbirth and prolapse: long-term associations with the symptoms and objective measurement of pelvic organ prolapse. BJOG: An International Journal of Obstetrics & Gynaecology, 111(12), 1348-1356.
4. van Delft, K., Sultan, A. H., Thakar, R., Schwertner-Tiepelmann, N., & Kluivers, K. B. (2016). The relationship between postpartum levator ani muscle avulsion and signs and symptoms of pelvic floor dysfunction. BJOG: An International Journal of Obstetrics & Gynaecology, 123(7), 1061-1068